Shin’ichi Suzuki 鈴木 鎮
°Nagoya 1898 – ⁺Matsumoto 1998
“Sound is living soul”
Het mooiste in de wereld is een doel nastreven doorheen je leven…
Suzuki Methode
Ieder kind kan viool leren spelen, als de omgeving een goede positieve ondersteuning biedt. Dit is het belangrijkste gegeven van de Suzuki methode. Muziek is als een taal die ons omringt en die ieder kan begrijpen, onafhankelijk van leeftijd, herkomst of intelligentie. We communiceren door middel van muziek.
Shinichi Suzuki realiseerde zich in de jaren '30 van de vorige eeuw dat ieder Japans kind al op jonge leeftijd vloeiend Japans spreekt. Hij concludeerde dat dit kwam doordat het kind de geluiden van de taal dagelijks om zich heen hoorde, en een grote drang voelde om mee te doen en zijn ouders te imiteren. De ouders op hun beurt hadden eindeloos geduld, en beloonden ieder succes, iedere nieuwe kleine stap met veel enthousiasme.
Stapje voor stapje
Sinds Suzuki begon met lesgeven volgens deze inzichten hebben miljoenen kinderen over de hele wereld op een hoog niveau leren musiceren, met zoveel plezier en zelfvertrouwen dat het ontroerend is om te zien.
Niet alleen de kinderen die door hun omgeving toch al als grote talenten werden beschouwd, maar ook velen die anders hadden afgehaakt, hebben zich ontwikkeld tot gedreven muzikanten, als amateur of professioneel.
De ouder krijgt een actieve rol
Bij de Suzuki methode leren niet alleen de kinderen, maar ook de ouders. Zij worden uitgebreid betrokken bij het leerproces van hun kind. Aan hen de taak om iedere stap van hun eigen kind te leren zien en waarderen, en ook te begeleiden. Er wordt van hen verwacht dat ze positief en ondersteunend zijn en thuis met hun kind studeren, volgens de aanwijzingen van de docent. Op deze manier gaan de ouders nog beter begrijpen hoeveel hun kind leert, en hoe bijzonder dat is.
Vooraleer het kind zelf begint met de lessen, krijgt de ouder enkele lessen waarin hij of zij de basisbeginselen van het vioolspel leert, en dit op exact dezelfde manier als het kind dit later zal leren. Zo kan iedere geïnteresseerde ouder leren met het eigen kind te oefenen. Ook later wordt tijdens de lessen veel aandacht besteed aan hoe de ouder thuis het kind kan helpen.
Leeftijd
Sommige kinderen beginnen al op 4 jaar met Suzuki methode, maar de ideale startleeftijd verschilt per kind. Daarom wordt altijd individueel gekeken of het kind er klaar voor is en wat voor hem of haar de beste manier van werken is. Door vroeg met viool te beginnen kan je heel snel vooruit gaan.
Ook oudere kinderen of volwassenen die met vioolles beginnen, kunnen veel profijt halen uit de Suzuki methode. De methode blijft in grote lijnen dezelfde als bij jonge kinderen, maar sommige aspecten worden aangepast. Zo leren oudere leerlingen eerder van blad te spelen en krijgen ze vanaf het begin les in het zelfstandig studeren.
Ontwikkeling van het gehoor
Een sterk ontwikkelde kant van iedere Suzukileerling is het gehoor voor toonhoogten en ritmes. Veel mensen denken dat dit een aangeboren kwaliteit is, waar niets meer aan te veranderen valt. De vele miljoenen kinderen en ouders die ergens op de wereld Suzuki onderwijs gevolgd hebben, bewijzen dat dit niet waar is. Er bestaan zeker grote verschillen in aanleg, maar iedereen kan zich ontwikkelen, en de mogelijkheden die hij gekregen heeft oefenen en uitbreiden.
Het muzikale gehoor ontwikkelt zich vanzelf als er in de omgeving van het kind mooie muziek is. Hierbij is herhaling zeer belangrijk. Als het kind steeds andere dingen te horen krijgt, kan het moeilijk iets onthouden of herkennen. Maar als dezelfde liedjes telkens opnieuw klinken, zuiver en in het goede ritme, dan zal het kind deze klanken steeds meer in zich opnemen.
Luisteren is hét wondermiddel
Uiteindelijk zal het kind het liedje gaan herkennen, misschien erop gaan bewegen, en het proberen na te zingen. Dit gaat vanzelf, de ouders hoeven niets te zeggen of te verbeteren. Het enige dat nodig is, is een goed voorbeeld: het liedje.
Zo leert een kind ook praten: bepaalde woordjes worden eindeloos herhaald, tot het kind uiteindelijk zijn eerste woordje nazegt. Ook daarna volgen nog duizenden herhalingen, tot het helemaal vanzelf gaat. Langzaam komt er steeds een woordje bij, zonder dat de oude woordjes vergeten worden.
Het muzikale gehoor ontwikkelt zich dus op dezelfde manier als het kind leert praten. Heel veel luisteren is daarbij het wondermiddel.